Skip to main content Skip to footer

Suggesties aan minister Wiersma

Donderdag 18 mei 2022 heeft minister Dennis Wiersma vragen beantwoord over zijn Masterplan voor het funderend onderwijs. Zijn aanpak voor dit plan is snel ideeën wisselen en dan samen met het onderwijsveld zoeken naar de juiste uitwerking. Het ministerie wil een dienstbare houding aannemen naar scholen: Wat heb je als school nodig? Vervolgens gaat het ministerie bekijken wat ze kunnen bijdragen. Op het einde van de Facebooksessie werd iedereen uitgenodigd om suggesties te mailen naar de minister:dennis@min-ocw.nl. Dat heb ik gedaan. 

 

Geachte minister Wiersma,

 

Hierbij een aantal suggesties voor de uitwerking van uw Masterplan en toch ook een aantal  kritische noten.

  1. Aandacht voor basisvaardigheden is voor scholen volkomen terecht. Op basisscholen wordt meer dan de helft van de tijd besteed aan rekenen en taal. Op de website van de stichting Goed rekenonderwijs staan tal van methodieken, instructievideo’s, oefeningen enz. om goede verantwoorde rekenlessen te geven. Daar moeten scholen toch prima mee uit de voeten kunnen?
  2. De cursussen Foutloos Rekenen en Grip op tekst maken een solide indruk. Waarom kunnen die niet onderdeel worden van de reguliere lessen en uit het te dure schaduwonderwijs worden gehaald? 
  3. Waar in de praktijk meer aandacht voor moet komen is dat niet iedere leerling met dezelfde startpositie binnenkomt en niet alle leerlingen dezelfde ontwikkeling doorlopen. Als we als scholen en samenleving willen dat iedere leerling met de juiste basisvaardigheden van de basisschool komt, moet er ontwikkelingsgericht en passend aanbod komen voor iedere individuele leerling. Aansluitend op aanwezige competenties. Toetsen moeten dan gebruikt worden om te zien welke stappen een individuele leerling heeft gemaakt en minder vergelijken met andere leerlingen. Dat levert slechts winnaars en verliezers op. Voor leerlingen die een mindere startpositie hebben en een minder snelle ontwikkeling doormaken is de door onderwijssocioloog Bowen Paulle gepromote High Dosage Tutoring een zeer geschikte methode. Twee leerlingen een uur aan de slag met 1 tutor.
  4. U zegt dat de basisvaardigheden niet ten koste mogen gaan van andere vakken als geschiedenis, aardrijkskunde of wereldoriëntatie. Dat lijkt mij heel terecht, omdat juist kennis van onderwerpen en woordenschat zeer bevordelijk is voor het ontwikkelen van taalvaardigheid. Dit komt uitgebreid aan de orde bij leesmotivatie in de Pisa rapporten. Dus oppassen met het schrappen van andere vakken of themaprogramma’s. 
  5. U gaf in de Facebooksessie een paar voorbeelden die wel geschrapt konden worden om meer tijd en aandacht te kunnen besteden aan de basisvaardigheden. Dat waren mindfulness, smaakmakers, zwemmen, duurzaamheid en ons koloniaal verleden. Het koloniale verleden lijkt mij nuttig om te weten waar we vandaan komen. Ik denk direct aan de indringende podcast en theatervoorstelling van David van Reybrouck over Nederlands Indië. Misschien niet voor het po, maar toch zeker voor geschiedenis in het vo. En dan duurzaamheid. De opwarming van de aarde is waarschijnlijk het grootste probleem waar wij nu al mee te maken hebben, maar waar de nieuwe generatie mede door bepaald zal worden. Dat moet toch in het po en het vo een prominente plek krijgen? En dan zwemmen. Ik denk dat veel scholen het schrappen van zwemles nog steeds als een groot gemis ervaren. Vooral voor kinderen die van huis uit weinig met water opgroeien.
  6. U sprak in de Facebooksessie over ‘iets kunnen lezen en schrijven’ is absolute basis. Doet u daarmee het onderwijs niet tekort? Dat suggereert een beetje dat het wel erg bedroevend gesteld is met taal en rekenen. Uit het meest recente Pirls onderzoek scoren de Nederlandse leerlingen van groep 6 van de basisschool goed. We moeten oppassen voor het overdramatiseren van het probleem met de basisvaardigheden.
  7. De taalvaardigheid van vwo en havo leerlingen is op basis van Pisa onderzoek goed. En ook een derde van vmbo TL scoort goed. Wat moeten deze scholen gaan doen?
  8. Voor wiskunde op het vwo maakte u de vergelijking met 30 jaar geleden. Het zou toen allemaal beter zijn. U sprak ook over de normering. Die zou makkelijker geworden zijn. We weten allemaal dat bij examens de norm gebaseerd wordt op een 5,5. Zijn er teveel leerlingen die lager scoren dan wordt de norm aangepast. Zo werkt ons cijfersysteem. Volledig gericht op selecteren.
  9. Het is goed te horen dat de bibliotheek weer betekenisvol wordt voor het onderwijs. Ze kunnen zeker helpen bij leesmotivatie, mediawijsheid en taalvaardigheid. Hele praktische problemen als met een klas naar de bibliotheek gaan is vaak een bottleneck. Komen de bibliotheekbussen weer terug of worden er schoolbibliotheken ingericht samen met hulp van bibliotheken? 
  10. De groei van het schaduwonderwijs dient teruggedrongen te worden. Het zorgt voor groeiende kansenongelijkheid. En het bevordert demotivatie voor lessen. Voor het goed scoren op toetsen zijn de buitenschoolse bijlessen vaak van groter belang dan opletten in de les. Met alle gevolgen van dien.
  11. U gebruikte de term ‘satéprikker’ voor de aandacht voor basisvaardigheden. De focus op die basisvaardigheden moet door alle vakken en projecten geprikt worden. Betekent dat u van een docent economie verwacht dat alle werkstukken en toetsen ook gecontroleerd worden op correct Nederlands? Bij alle foute ‘d’s’ en ’t’s’ een rode aantekening? 
  12. Het zal voor veel scholen een geruststelling zijn dat burgerschap en digitale vaardigheden niet persé aparte vakken moeten worden. De onderwerpen kunnen onderdeel worden van andere vakken en themaprogramma’s.
  13. Over de basisteams zullen veel scholen vragen hebben. Daar komen ongetwijfeld hele deskundige mensen in. Waarom worden die niet gewoon leraar? En zijn er straks genoeg om aan de verwachtingen van scholen te voldoen?
  14. Voor u is het verbeteren van de basisvaardigheden een kwestie van lange adem. Daarmee neemt u terecht afstand van de Inspectie die al binnen twee jaar duidelijke resultaten wil zien. 
  15. In de Staat van het Onderwijs 2022 staan heel prominent vijf maatschappelijke opgaven. Moet de ondersteuning van het ministerie er niet op gericht zijn om scholen te helpen om die vijf opgaven in balans met elkaar te brengen? Gaat de samenhang niet verloren bij een eenzijdige focus op 2 van de 5?
  16. Het dichten van de loonkloof tussen po en vo zal helpen om meer leerkrachten naar het po te krijgen, maar daarmee is het lerarentekort nog niet opgelost. U kondigde tijdens de sessie een plan aan om het lerarentekort te lijf te gaan. Ik hoop dat dat niet beperkt blijft tot het zoeken naar een extra blik leraren, maar dat er echt gekeken wordt naar de functie van de leraar in het huidige onderwijssysteem. Misschien moet het onderwijssysteem meer hervormd worden?
  17. Eva Naaijkens, directeur van de Alan Turingschool zei in het programma ‘Spijkers met koppen’ naar aanleiding van uw Kamerbrief dat we moeten oppassen om het onderwijs te zien als instituut dat ontwikkelingshulp nodig heeft. Onderwijs is een samenhangend systeem. Dat moet je van binnenuit versterken en niet van buitenaf. Teams moeten hun eigen experts opleiden. 
  18. Docent Nederlands aan het vwo en de havo, Jeroen Steenbakkers heeft een zeer interessant opiniestuk geschreven voor de NRC naar aanleiding van de Staat van het Onderwijs 2022 en de harde boodschap van de Inspectie over de basisvaardigheden. Dit is een zeer treffende passage uit het artikel: Toen ik in 1993 begon als docent, besteedden we in 5 havo zes lessen aan het trainen van het eindexamen. De rest van de tijd ging verloren aan gedichten, creatieve en zakelijke opstellen, gesprekken over literatuur en over de krant. Hoe dom! Inmiddels trainen leerlingen in vooreindexamenklassen wekenlang met het eindexamen. In 5 havo zijn ze er vervolgens maandenlang mee bezig. Maar het is niet genoeg, want de leesprestaties zijn alweer gedaald. Misschien wordt het tijd om de focus op het examen en examentraining in te ruilen voor de focus op de basisvaardigheden!
  19. In de Kamerbrief is nog te weinig aandacht besteed aan een aantal hardnekkige problemen in het onderwijs. Ik hoop dat er in het Masterplan wel aandacht voor is. Hier een rijtje van veel gehoorde problemen:
  1. Het lerarentekort. Het rapport ‘Leerkracht’ van de commissie Rinnooy-Kan uit 2007 kreeg als ondertitel mee: Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren. De commissie constateerde in 2007 dat de maatregelen van de afgelopen 15 jaar nog steeds onvoldoende soelaas hebben geboden. Inmiddels 30 jaar later zitten we nog steeds met een lerarentekort. Voor dit probleem heeft u gelukkig een plan aangekondigd.
  2. Leerlingen in het vo scoren extreem laag op motivatie voor lessen (onderzoek Pisa en  Qompas);
  3. Het keurslijf van cijfers en toetsen met als gevolg ‘teaching for the test’, de enorme groei van het schaduwonderwijs en de schokkende uitkomsten in het boek van Karen Heij over de eindtoets basisschool moeten onder ogen worden gezien en op gereageerd worden. De inzichten uit het onderzoek van Karen Heij moeten toch consequenties hebben voor de eindtoets basisschool en het leerlingvolgsysteem? 
  4. Te vroege keuzes voor veel jongeren. Gaat u iets doen met het voorstel van de driejarige brugperiode van de Onderwijsraad of met het interessante initiatief van Spring High in Amsterdam dat een doorgaande leerlijn aanbiedt van groep 7 basisschool tot einde vo?
  5. Te grote klassen. De politiek lijkt al jaren voor kleinere klassen te zijn, maar het gebeurt niet. Er is een voorstel geweest in de Tweede Kamer om een maximum te zetten op 24 leerlingen. Dat heeft alleen zin als er bij 25 leerlingen de klas gesplitst wordt. Dat betekent dat je meer personeel nodig hebt en dan botsen we tegen de lumpsumfinanciering aan. Misschien toch de salarissen van leraren uit de lumpsum halen?
  6. Werkdruk voor docenten. Docenten geven teveel lessen en hebben te weinig tijd voor lesvoorbereiding, samen met collega’s lesprogramma’s maken, scholing en het begeleiden van jonge docenten. De aangekondigde 16 uur extra voor scholing is een begin, maar wordt dat gerealiseerd als het onderwijs in een ‘pressure cooker’ blijft?
  7. Gebrek aan autonomie voor docenten. Docenten hebben steeds minder vrijheid in hun lesprogramma’s. De gekozen leermiddelen moeten gevolgd worden;
  8. Groeiende onvrede met het leerstofjaarklassensysteem;
  9. Te weinig ruimte voor vakintegratie.
  10. De roep vanuit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om het systematisch aanleren van competenties als: samenwerken, creativiteit, sociale vaardigheden en kritisch denken. 
  11. De huidige financiering (lumpsumfinanciering) van het algemeen vormend onderwijs kent prikkels gericht op kostenbeperking in plaats van het bevorderen van de kwaliteit van onderwijs.

 

Ik hoop dat u en uw medewerkers iets hebben aan mijn bijdrage. Ik ga de ontwikkelingen intensief volgen. 

 

Met vriendelijke groet,

 

Michiel Verbeek, oud-docent Economie, oud-wethouder en auteur van het boek Wie durft deze school aan?

 

W: michielverbeek.nl en  wiedurftdezeschoolaan.nl

Film: https://www.youtube.com/watch?v=mAO2XreQl7g&t=14s

Spoken word: https://www.youtube.com/watch?v=x6yrB94fL8Y&t=1s

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.