Schaf het centraal examen af. Onze kinderen verdienen beter!
Elk voorjaar voltrekt zich hetzelfde ritueel. Zwetende handen op tafels, oefenbundels vol gemarkeerde alinea’s, ouders die fluisterend ‘nog even doorzetten’ aanmoedigen, scholen die in de overdrive gaan. Het centraal examen is niet zomaar een toets, het is een maatschappelijk fenomeen. En juist daarom durven we er zelden openlijk aan te tornen.
Maar wie de moed heeft om door de traditie heen te kijken, ziet een systeem dat knelt. Niet een beetje, maar fundamenteel. Het centraal examen, ooit bedoeld als kwaliteitswaarborg, is uitgegroeid tot een rem op vernieuwing, een vernauwing van talent en een bron van permanente prestatiedruk. Het werpt z’n drukkende schaduw vooruit tot in de onderbouw in het voortgezet onderwijs. Het is tijd om het los te laten.
Learning for the test: een doodlopende weg
Op veel scholen is het onderwijs in het voortgezet onderwijs geleidelijk teruggebracht tot een race tussen toetsmomenten. Leerlingen leren vooral wat ‘op het examen komt’, docenten worden beoordelaars in plaats van begeleiders en onderwijsinnovatie sneuvelt zodra deze niet aansluit bij de eindtermen. De meetcultuur is zo dominant geworden dat voor creativiteit, kritisch denken, samenwerken en goed communiceren geen tijd is om structureel aandacht aan te besteden. Precies die competenties waar een democratische en snel veranderende samenleving om vraagt.
We doen alsof een cijfer op een eindexamenblad objectief inzicht geeft in wat een leerling kan. Maar in werkelijkheid meet het slechts een beperkte set cognitieve vaardigheden op één moment in het jaar. Onder omstandigheden die voor veel jongeren eerder iets zeggen over hun stressniveau dan over hun talent. Het stampen voor een examen is een beproefde methode voor het kortstondig vasthouden van kennis. Handig voor de toets, maar onthouden en internaliseren, ho maar. Het is zoals als LAKS altijd zo mooi zegt: weten, zweten, vergeten.
Het alternatief staat al klaar
Er is een andere weg. Een weg waarin nieuwsgierigheid, vakmanschap en persoonlijke ontwikkeling centraal staan. In plaats van uniform toetsen gaan leerlingen hun ontwikkeling bewijzen via een rijk portfolio: eigen onderzoek, presentaties, maakwerk, papers, reflecties, projecten buiten de school, feedback van docenten, medeleerlingen en externe deskundigen. Niet één momentopname, maar een groeiboek dat laat zien wie een leerling is én wat hij of zij kan.
Zo’n portfolio is eerlijker, rijker en menselijker. Het geeft ruimte aan verschillen tussen leerlingen en aan uiteenlopende talenten. Het maakt docenten weer professionals die leerlingen begeleiden in plaats van hen te trainen voor het grote eindmoment.
De nieuwe school: zes jaar bouwen aan ontwikkeling
Stel u voor: een voortgezet onderwijs waarin jongeren maximaal zes jaar en in bijzondere gevallen zeven, kunnen groeien. Niet langer opgesloten in vroege selectie en rigide niveaus, maar begeleid op basis van hun tempo en talent.
In deze nieuwe school:
- staan leervragen van leerlingen centraal;
- zijn inspiratielessen van docenten, kunstenaars, wetenschappers en ondernemers het vertrekpunt voor nieuwe nieuwsgierigheid;
- vinden projecten buiten de school net zo vanzelfsprekend plaats als lessen binnen de muren;
- worden leerlingen grondig voorbereid op vervolgopleidingen en op hun rol in de samenleving;
- is er aandacht voor wereldgeoriënteerd onderwijs: van klimaat tot democratie, van literatuur tot techniek;
- en leren jongeren verantwoord omgaan met AI en technologie. Niet als gadget, maar als maatschappelijke kracht die hun toekomst zal bepalen.
Dat is geen utopie. Het is een ontwerp dat past bij de uitdagingen van deze eeuw, niet bij de logica van de vorige.
Kwaliteit zonder examendwang
Critici vrezen dat afschaffing van het centraal examen leidt tot willekeur. Maar kwaliteit hoeft niet te verdwijnen zonder examen. Kwaliteit kan juist versterkt worden door het te herontwerpen. Een goed bijgehouden portfolio biedt een meer betrouwbare beoordeling. Universiteiten en hogescholen krijgen dan geen cijferlijst, maar een rijk beeld van de kandidaat. Een mens in plaats van een score.
Waarom vasthouden aan een systeem dat zijn houdbaarheidsdatum is gepasseerd?
Het centraal examen past in een wereld waarin veel werk routinematig was, kennis schaars en de toekomst voorspelbaar. Die wereld bestaat niet meer. We staan voor uitdagingen als klimaat, polarisatie, globalisering, AI. Die vragen om mensen die kunnen improviseren, onderzoeken, samenwerken en reflecteren. Dat zijn eigenschappen die je niet meet in een examenhal.
Laten we eerlijk zijn: niet het afschaffen van het centraal examen is radicaal, maar het blijven verdedigen ervan. Onze kinderen verdienen onderwijs dat hen voorbereidt op het leven, niet op een toets. Het is tijd om de traditie te durven doorbreken en te kiezen voor een stelsel dat nieuwsgierigheid en menselijkheid centraal stelt. Met het afschaffen van het centraal examen is ook direct de discussie over vroegselectie beslecht.
Schaf het centraal examen af. Niet omdat het gemakkelijk is, maar omdat het nodig is.
Michiel Verbeek