Inspirerend bezoek aan het Buurtcollege Agora Maas en Peel
Echt ander onderwijs
Op 6 maart heb ik een bezoek gebracht aan het Buurtcollege Agora Maas en Peel, een school voor voortgezet onderwijs in Panningen. Het succes van het Buurtcollege is dat de school echt ander onderwijs aanbiedt en is voor een deel te danken aan de beperkte keuzemogelijkheden voor ouders, kinderen en jongeren. Wil je iets anders dan het traditionele onderwijs, dan is het Buurtcollege in de ruime omtrek het enige alternatief.
Opmerkelijk dat in het Limburgse dorp Panningen met 7.618 inwoners maar liefst twee scholen staan voor voortgezet onderwijs. In dezelfde straat van Maas en Peel staat ook het Bouwens van de Boyecollege. De school is in het korte bestaan al erg populair. Begonnen in 2021 met 58 leerlingen, per 1 oktober 2022 zijn er 124 leerlingen. Er staan 30 leerlingen op de wachtlijst die een overstap willen maken van een andere VO school. In de opbouwfase kiest Maas en Peel in eerste instantie voor leerlingen vanuit basisscholen. Om basisschoolleerlingen de school te laten ervaren kunnen ze iedere maand een middag meelopen. Over 2 jaar worden er maar liefst 400 leerlingen verwacht. Dan is nieuwe huisvesting noodzakelijk. De school heeft nu twee gebouwen: in Panningen en Helden, het dorp ernaast. De Inspectie van het Onderwijs is al langs geweest en heeft de school op alle fronten voldoende bevonden, zonder een verbeterpunt. Dat is echt bijzonder volgens Mathijs Drummen. De Inspectie ziet altijd wel ergens een verbeterpunt.
Agora onderwijs
Agora-onderwijs is een leercommunity waar je elkaar ontmoet, waar zelfkennis en zelfbewustzijn groeit en waar je als leerling je eigen interesses en talenten ontdekt. Een leerling is eigenaar van zijn eigen leren, waarbij nieuwsgierigheid en leergierigheid leidend zijn. Een belangrijk onderdeel van het leerproces is het werken aan challenges (leer-/studievragen) met een door de leerling gekozen route en eindbestemming. Deze route legt een leerling af met ondersteuning van een coach. De coach enthousiasmeert, stelt vragen, stimuleert, inspireert en geeft feedback op het leerproces, zowel op inhoudelijk als op persoonlijk vlak.
Het voordeel van een eigen Brin-nummer
Het gedachtegoed van Agora heeft Mathijs Drummen meegekregen van zijn vader Sjef, één van de grondleggers van het Agora-onderwijs in Nederland met de Niekée school in Roermond. Zelf heeft Mathijs ervaring opgedaan op twee andere Agora scholen. Hij is er trots op dat hij voor zijn school een eigen Brin-nummer heeft. Dat betekent een eigenstandige school met rechtstreekse overheidsfinanciering. In tegenstelling tot Agora scholen die een aparte stroming zijn van een bestaande VO school. Drummen kan zijn school op alle fronten Agoriaans invullen. De school is wel aangesloten bij de LVO (Limburgs Voortgezet Onderwijs). Een samenwerkingsverband van 25 scholen op 30 locaties met samen 23.500 leerlingen en 2.750 medewerkers. Het LVO kan ondersteunen bij onderwerpen als financiën, juridische zaken, vastgoed, facilitaire zaken, inkoop, ict en communicatie.
Heldere structuur voor leerlingen
Mathijs benadrukt de heldere structuur van de school voor leerlingen. Iedere dag de dagopening, het eerste werkmoment, de pauze, het half uur werken in stilte, bij voorkeur lezend, het tweede werkmoment en de dagafsluiting. Op een Agoraschool is er geen lesuitval en zijn er geen dagelijkse roosterwijzigingen. Leerlingen zitten niet in een klaslokaal in een busopstelling, maar hebben in een grote ruimte allemaal een eigen zelfbedachte werkplek. Het half uur stilte in een Agora school vind ik altijd een mooi moment. Je ziet overal leerlingen, maar ook coaches en ondersteunend personeel strak vanaf 12.30 uur in rust lezen. De school biedt echt ander onderwijs, maar moet zich houden aan exameneisen. Dat betekent dat een leerling uiteindelijk een vmbo, havo of vwo diploma moet kunnen halen. In de loop van de tijd kiezen leerlingen voor een bepaald examen. Dan zullen er steeds meer challenges worden gekozen gericht op het examen. Dat examen past eigenlijk niet bij het Agora-onderwijs, maar daar is in het huidige onderwstelsel niet aan te ontkomen. Als het aan Mathijs Drummen ligt zou niet meer een examen het eindstation moeten zijn, maar een soort assesment. Dan is niet meer het papiertje zonder duidelijkheid over wat er echt geleerd is, de toegangsticket voor een vervolgopleiding, maar een inhoudelijke beschrijving van het geleerde. We hebben uitgebreid gesproken over motivatie en MOETivatie uit het model van Maarten Vandesteenkiste. In het traditionele onderwijs kunnen prachtige lessen worden afgedraaid, maar er is geen zekerheid of de leerlingen het hebben opgepakt en verwerkt. Een les ondergaan betekent nog niet dat er geleerd is. Motivatie is een essentieel onderdeel van effectief leren.
Vandesteenkiste onderscheidt meerdere soorten motivatie dan de bekende tweedeling intrinsieke- en extrinsieke motivatie. Het model is gebaseerd op zelfdeterminatietheorie van de Canadese psychologen Richard Ryan en Edward Deci. In het model staat bij ‘autonome motivatie’ dat prachtige Vlaamse woord ‘goesting’. Dat betekent zin, lust, trek. Voor Mathijs Drummen zijn de nut gedreven en waarde gedreven onderdelen van autonome motivatie belangrijk voor de coaches om op te concentreren. Daar zal de bijdrage van de coaches doorslaggevend kunnen zijn. Deze twee vallen in het model van Vandesteenkiste onder het kopje ‘extrinsieke motivatie’. Voor de interesse gedreven motivatie (intrinsieke motivatie) hoef je niet zoveel te doen. Dat gaat vanzelf.
Gesprekken met leerlingen en coaches
Na het gesprek met Mathijs heb ik ook nog gesproken met een aantal coaches en leerlingen. Een vakdocente vertelde dat ze van haar vak houdt, maar het werk als coach uitdagender vindt, omdat je dan veel intensiever met leerlingen werkt. Gericht zijn op daadwerkelijk leren en ervaren van leerlingen in plaats van alleen een lesje afdraaien. Een leerling die twee jaar op het gymnasium en het vwo op een andere school heeft gezeten was erg blij om op Maas en Peel te zitten. Deze leerling wil geneeskunde studeren en koos als challenge een toets te maken van een eerstejaars student geneeskunde. Om al een beetje idee te krijgen. Het viel niet tegen! Een jongen die bezig was met een studie van het schaken. Op z’n tafel lag een dikke pil over schaken. Met name het openingsspel wilde hij verbeteren. Veel leerlingen zijn blij dat ze bezig kunnen met dingen die ze interessant of relevant vinden. En dat ze daarbij geholpen en uitgedaagd worden door hun coaches. Degenen die al bezig willen met onderdelen voor een examen krijgen van vakdocenten les. Omdat de school een eigenstandige school is kan de school zelf op zoek gaan naar bijvoorbeeld een vakdocent Frans. Zou de school een aparte stroom van een andere school zijn is de kans groot dat de Franse lessen gevolgd moeten worden op de school waar een docent Frans nog ruimte heeft. In dat geval moet je uit de Agora sfeer treden. Dat hoeft dus niet op het Buurtcollege. Het aantrekken van docenten is geen probleem. Hoog opgeleide docenten worden binnengehaald, maar niet voor de hoogste salarissen. Vakdocenten die op andere scholen lesgeven, vinden het heel aantrekkelijk om een aantal uren op het Buurtcollege leerlingen te begeleiden.
Enthousiaste ouders met doorzettingsvermogen
De voorbereidingen voor de school zijn gestart in 2017 met een groep enthousiaste ouders, die voor hun kinderen ander voortgezet onderwijs wilden. Zo’n groep enthousiastelingen heeft veel geduld en doorzettingsvermogen nodig. Pas 4 jaar later werd de school geopend. Een Agora stroom bij een bestaande school of scholenkoepel is veel eenvoudiger op te zetten. Een school kan immers zelf kiezen om dat aan het aanbod toe te voegen.
Behoefte aan ander onderwijs
Steeds meer leerlingen lopen vast of dreigen af te haken in het traditionele onderwijs. De kansenongelijkheid neemt toe. In veel schoolgidsen staan ronkende teksten over ‘de leerling centraal’, maar dat blijkt in de praktijk toch meer de schoolorganisatie en het lesboek te zijn. Voor veel docenten en potentiële docenten is iets betekenen voor kinderen en jongeren in hun ontwikkeling heel aantrekkelijk, maar het onderwijssysteem niet. Van de nieuwe leraren verlaat 28% het onderwijs al weer binnen 2 jaar. Meer leerlingen vanuit eigen leervragen laten leren en ontwikkelingsgericht begeleiden maakt het onderwijs voor leerlingen en leraren aantrekkelijker. De Agora scholen vormen de grootste hervormingsbeweging in Nederland op onderwijsgebied. Mathijs Drummen heeft scherp zicht op de ontwikkelingen van de Agora scholen en ziet het positieve effect op leerlingen en leraren. Ook buiten Agora ziet Drummen bevestiging voor de noodzaak van ander onderwijs. Van collega bestuurders en schoolleiders in het LVO hoort hij geluiden over de tekortkomingen van het traditionele onderwijs. Maar voor velen in het onderwijs is het constateren van de tekortkomingen lastig om te zetten in een andere organisatie en ander gedrag. Het traditionele onderwijs is een stoomboot die niet zo makkelijk van koers te krijgen is, ook al ligt er een rots in het verschiet. De stoomboot zou omringd moeten worden met speedboten, die het anders aanpakken. De aantrekkingskracht van de speedboten zal personeel in de loop van de tijd de overstap laten maken. Of het aantal speedboten wordt omvangrijk of de stoomboot gaat noodgedwongen tranformeren. Laat de minister dit proces maar faciliteren. Om ouders en leerlingen meer keus te bieden in die belangrijke vormende tussenruimte tussen kind en volwassenheid.
Michiel Verbeek