Het zou fijn zijn als er in 2025 een constructieve dialoog gaat plaatsvinden over onderwijs en wat de sector van de politiek vraagt
Ik zou graag zien dat de aanhangers van ‘Red het Onderwijs’ in dialoog gaan met onderwijsvernieuwers om gezamenlijk uit te komen op een actieplan voor de politiek. Ik heb daarover een oproep gedaan na de (ongeplande) voorzet van Gert Biesta in zijn bijdrage over polarisatie voor de VO-Academie.
In zijn bijdrage voor de VO-Academie haalde Gert Biesta het boek Führen oder wachsen lassen aan van filosoof en pedagoog Theodor Litt (1880-1962). Zijn pleidooi is: bij opvoeden gaat het om het evenwicht tussen leiding geven en ruimte bieden, waarin zowel de autoriteit van de opvoeder (leraar) als de autonomie van de leerling een plaats krijgt.
Een tweede punt, belangrijk voor het onderwijs, is dat beide benaderingen afhankelijk zijn van de context. Een les is niet goed of fout als je de context niet kent. Vanuit deze gedachte heeft Biesta problemen met het verabsoluteren van iets als evidence based onderwijs. De leraar moet altijd nagaan wat goed is voor zijn groep leerlingen. Het doet een appèl op zijn professionaliteit. Litt benadrukt dat opvoeding gericht moet zijn op de vorming van het hele mens zijn. Dat sluit aan bij recente ideeën van de Whole Child Development, in Nederland ‘Breedvormend onderwijs’ genoemd. De onderwijspraktijk moet volgens Litt jongeren helpen om verantwoordelijke, zelfbewuste en empathische burgers te worden.
Gert Biesta geeft aan dat de denkwijze van Theodor Litt kan helpen in het huidige onderwijsdebat. Ik heb de bijdrage van Biesta bij de VO-Academie gebruikt in een poging om een aantal mensen in het onderwijsdebat met geprofileerde bijdragen bij elkaar te brengen voor een goede en vooral rustige dialoog. In een gepolariseerd debat worden de verschillen uitvergroot en het leidt te weinig tot vooruitgang. De krachten in het debat houden elkaar in evenwicht met als gevolg dat er niets veranderd en dat er te weinig oog is voor de vooruitgang van de bijdrage van school in de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Sezgin Cihangir reageerde op mijn LinkedIN post met ‘als je in de arena van het debat stapt is een vorm van polarisatie onvermijdelijk’. Een stevige botsing van argumenten en bewijsvoering is prima, maar als het verwordt tot wij-zij-denken, dan komen we in de problemen.
Verder brengen van hardnekkige problemen
De reden van mijn bijdrage op LinkedIN is de wens om te zoeken naar een plan voor het onderwijs om een aantal hardnekkige problemen op te lossen en ruimte te bieden aan andersoortig onderwijs. Ik heb altijd met veel plezier de boeken van Ton van Haperen gelezen. Ik heb een prachtige lezing gevolgd van Anna Bosman over het aanleren van taal. Ik ben benieuwd hoeveel scholen inmiddels de aanpak van ‘Foutloos Rekenen’ en ‘Grip op tekst’ hebben overgenomen. Als dat bewezen goede aanpakken zijn zullen professionals in het onderwijs daar toch hun voordeel mee doen? Vooral in het voortgezet onderwijs lijkt de klok wat stil te hebben gestaan. Is de aanpak van losse vakken, klassen van 25 tot 30 leerlingen in een busopstelling met een docent er voor die vooral zendt, de beste manier om jongeren te helpen om verantwoordelijke, zelfbewuste en empathische burgers te worden? In het debat lopen opvattingen over primair onderwijs en voortgezet onderwijs door elkaar heen. Moet in de organisatie van het leerprogramma in het voortgezet onderwijs niet veel meer rekening worden gehouden met de ingrijpende veranderingen van jongeren in die fase van hun leven?
Agora
Ik ben erg enthousiast over Agora. Inmiddels een vernieuwingsbeweging met 10 jaar ervaring. Agora heeft een hele andere aanpak in het ‘führen en wachsen lassen’ van jongeren. Omdat Agora een Rijksgefinancierd onderwijsconcept is moeten leerlingen ook daar een vmbo, havo of vwo diploma kunnen halen. Agora pakt alle vrijheid die de wet- en regelgeving biedt om de lespraktijk in de eerste jaren anders in te richten, maar in de bovenbouw dwingt de wet- en regelgeving om de voorbereiding op een examen te organiseren. Ik zou graag als uitkomst van mijn gewenste dialoog een plan zien waarin zo’n concept als Agora de kans krijgt om voor het voortgezet onderwijs een opleiding aan te kunnen bieden van 6 of 7 jaar, dat uitmondt in een adequate voorbereiding voor een door de leerling gewenste vervolgopleiding of arbeidsplek. Zonder toetsen en examens, maar met het daadwerkelijk inzichtelijk maken wat een jongere aan kennis, vaardigheden, inzichten en ervaring meebrengt naar de vervolgopleiding.
Ik pleit niet voor een volledige hervorming van ons onderwijsstelsel, maar wel voor een apart regime met andere wet- en regelgeving. Het is aan scholen en leerlingen om zelf keuzes te maken in wat ze willen aanbieden en waar jongeren naar school willen.
Een constructieve dialoog zou kunnen uitkomen op een ontwikkel- en verbetertraject voor het bestaande onderwijsstelsel en daarnaast een vernieuwingstraject. Met aparte wet- en regelgeving en geldstromen. Laat de praktijk uitwijzen waar de meeste behoefte aan is.
Mijn eerdere oproep tot dialoog: Vraag aan de politiek
Michiel Verbeek