Het nieuwe coalitieakkoord biedt veel mogelijkheden, maar er zijn valkuilen
VVD, D66, CDA en CU hebben in het coalitieakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst alle grote hedendaagse thema’s opgenomen. Niet met een inspirerende, samenhangende visie, maar in een lijst van problemen en ambitieuze oplossingsrichtingen. Het kabinet Rutte4 wil met nieuw elan en bestaanszekerheid voor iedereen het akkoord uitvoeren.
Herstel van fouten
De nasleep van de Toeslagenaffaire en de aardbevingsproblematiek in Groningen moeten worden opgelost met ‘ruimhartige compensatie en emotionele heling’. Voor de toekomst moet de ‘hardheidsclausule’ het voor beoordelaars en rechters makkelijker maken om bij te rigide wetgeving in specifieke casussen te kunnen afwijken. Rutte4 breekt met een groot aantal keuzes uit de eerdere kabinetten onder leiding van Rutte. Op het terrein van de sociale advocatuur, griffierechten, de schulden-industrie, opvanglocaties voor asielzoekers, de kostendelersnorm, de verhuurdersheffing, het leenstelsel, het stikstofbeleid, inkomens van leerkrachten in het basisonderwijs en het minimumloon. Om de nieuwe koers geloofwaardig uit te voeren zal Mark Rutte met een ingrijpend nieuwe ploeg van ministers en staatssecretarissen moeten komen. Een ploeg met inhoudelijk gezag. Robbert Dijkgraaf voor Onderwijs is hier een mooi voorbeeld van. Helaas staat daar in de reeds uitgelekte lijst tegenover twee niet-juristen op Justitie & Veiligheid en een volstrekt vreemde keus voor Defensie.
Bestaanszekerheid
Het woord ‘bestaanszekerheid’ in de opening van het akkoord is veelbelovend. Na het lezen van het boek Ze hebben mijn vader vermoord van Edouard Louis, het zien van de prachtige monoloog van Hans Kesting op basis van het boek en het optreden van Louis in Buitenhof, is indringend verwoord dat mensen met lage inkomens en een lage sociaal-economische status het meest direct afhankelijk zijn van politieke besluiten. Hun bestaanszekerheid wordt bijvoorbeeld direct beïnvloed door een verhoging van het minimumloon. Het nieuwe kabinet verhoogt het minimumloon stapsgewijs. Tijdens de Algemene Beschouwingen (september 2021) is er een motie ingediend om het minimumloon van 11 euro op te trekken naar 14 euro. Alle partijen van het nieuwe kabinet waren toen tegen. Nu gaat het minimumloon naar 11,80 euro. Kans gemist voor de bestaanszekerheid van laagbetaalden. Mensen in de bijstand krijgen meer mogelijkheden om iets bij te verdienen. Er komt een brede armoede- en schuldenaanpak. Die zijn eerder aangekondigd. Het is afwachten hoe dit beleid onder leiding van Carola Schouten zal worden uitgevoerd. Het schrappen van de kostendelersnorm voor jongeren tot 27 jaar helpt de alleenstaande ouder die een studerend kind in huis heeft die geen studentenkamer kan vinden of een werkende zoon of dochter die geen starterswoning kan vinden. De subsidie voor Kinderopvang is vooral aantrekkelijk voor middeninkomens. Lage inkomens kenden al een forse subsidie. Een alleenstaande ouder in de bijstand profiteert niet, omdat de nieuwe maatregelen alleen voor werkenden bedoeld zijn. Dat is jammer. Het zou juist voor die kinderen om pedagogische redenen heel goed zijn om ook van de kinderopvang gebruik te kunnen maken. De uitbreiding van de wijkagenten (1 wijkagent per 5000 inwoners) is goed nieuws voor de veiligheid in de directe leefomgeving. Woningbouwcoöperaties worden gedwongen meer werk te maken van het verduurzamen van de woningen in de sociale sector. Het afschaffen van de Verhuurdersheffing voor woningbouwcoöperaties biedt financiële ruimte voor het verbeteren van woningen. Een verlaagde energierekening door duurzaamheidsmaatregelen van de woningcorporatie biedt lage inkomensgroepen direct voordeel. De rijke schooldag van D66 wordt heel aantrekkelijk als die wordt aangevuld met een warme maaltijd voor leerlingen. Het sociaal minimum zal om de vier jaar worden geëvalueerd. Voor meerdere gemeenten heeft het Nibud dergelijke evaluaties al opgesteld. Uit die rapporten blijkt dat het sociaal minimum niet toereikend is voor het fatsoenlijk mee kunnen doen in de samenleving.
Ambities van het nieuwe kabinet
Het kabinet adresseert alle grote thema’s: klimaat, stikstof, woningmarkt, veiligheid en defensie, Europese samenwerking, onderwijs en pandemische paraatheid. Het hele akkoord heeft als rode draad de transitie van fossiel naar energie-neutraal en circulariteit. En er is ongelooflijk veel geld. Het klimaatbeleid zal onder leiding van Rob Jetten in lijn van de Green Deal van de EU worden gebracht. VVD en CDA hebben in ruil voor de stevige klimaatambitie twee nieuwe kerncentrales gekregen. In de media wordt veel gesproken over de knieval van de VVD over rekening rijden. De sterke lobby van rechts heeft het al zo’n 20 jaar tegengehouden. En dat gaat nog even door. Er komt helemaal geen rekening rijden. Het kabinet verwacht dat in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Ruim na de zittingsperiode van Rutte4 in 2030 wordt ‘betalen naar gebruik’ aan de motorrijtuigenbelasting gekoppeld. Het stikstofbeleid gaat gepaard met de wens om de betrokken agrarische sector de ruimte te geven om de noodzakelijke transformatie met zo min mogelijk brokken mee te kunnen maken. Er is veel geld beschikbaar voor het uitkopen van boeren, maar zonder de dreiging van mogelijke onteigening is de onderhandelingspositie van het Rijk heel zwak. De lobbykracht van de grote bedrijven wordt ook heel spannend bij de vergroening van de industrie.
Valkuil bij de vele fondsen
Het nieuwe kabinet heeft voor alle grote problemen heel veel tijdelijk geld. Het aantrekken van geld tegen 0% rente of heel weinig rente is voorlopig nog uiterst aantrekkelijk. Het vullen van allerlei fondsen is dus een logische gedachte. Maar er zitten wel gevaren aan deze werkwijze. Blijven de fondsen bij stijgende rentes in tact? Worden er duidelijke doelstellingen geformuleerd? Wordt de uitvoering goed controleerbaar voor de Algemene Rekenkamer en de Tweede Kamer? Kortgeleden heeft het Rijk een gigantisch groot fonds gemaakt voor het onderwijs: het NPO (Nationaal Programma Onderwijs) met 8,5 miljard. Zonder rationele analyse van het probleem en zonder duidelijke doelstellingen. Met als gevolg een uitvoering met prikkels die eigenlijk niet gewenst zijn zoals een exponentiële groei van het schaduwonderwijs.
Wat mist er?
Het akkoord is doordesemd van de transitie naar een circulaire economie. Het was mooi geweest als dat meer fundament had gekregen met bijvoorbeeld de theorie van de Donuteconomie van Kate Raworth. Economische ontwikkeling moet gerealiseerd worden binnen het harde plafond van de planetaire draagkracht en een sociale bodem waardoor iedereen fatsoenlijk kan meedoen in de samenleving.
Bij het lezen van het akkoord voel je op diverse plekken de verschillen van de partijen. Voor de medisch-ethische kwesties wordt gekozen voor individuele beoordeling van Kamerleden. Het nieuwe kabinet wil een ‘dierwaardige veehouderij’ en werkt aan ‘pandemische paraatheid’. Dat zou onherroepelijk moeten leiden tot een stevige terugdringing van de bio-industrie. De meeste pandemieën worden immers veroorzaakt door virussen bij dieren die overslaan op mensen. Dat lijkt een brug te ver voor met name de christelijke partijen. Stevige keuzes in de luchtvaart worden vooruitgeschoven. De groei van Schiphol moet om klimaatredenen en overlast van de omgeving teruggedrongen worden. De logica om Lelystad te openen past niet echt in het nieuwe klimaatbeleid. Misschien moeten er ook nog een aantal regionale luchthavens ruimte maken voor woningbouw. Tenzij het perspectief van de luchtvaart reëel wordt met schone brandstof en elektrisch vliegen. Een belastingplan mist of een aankondiging van een samenhangend plan. De economen Bas Jacobs en Sijbren Cnossen hebben daarvoor een mooie aanzet gemaakt. Ik hoop dat het plan al op het bureau van Sigrid Kaag ligt. Voor het onderwijs komt wel weer veel extra geld, maar geen perspectief voor twee heel hardnekkige problemen niet: het lerarentekort en het gebrek aan motivatie van leerlingen voor de lesstof. Ouders en leerlingen zouden gebaat zijn met de keuze voor nieuwe concepten. Wat zou het fijn zijn als de nieuwe minster voor het PO en VO, Dennis Wiersma, daarin stappen voorwaarts weet te zetten. In het akkoord wordt gekozen voor langer thuiswonen met allerlei ondersteuning. Terwijl de vraag in de richting gaat van meer kleinschalige, betaalbare woon-zorg eenheden. Het Knarrenhof met zorg lijkt een fijn alternatief te zijn als thuis wonen voor ouderen eigenlijk niet meer gaat, maar een verpleegtehuis nog niet aan de orde is.
Veel mogelijkheden voor ambitieuze ministers
Het coalitieakkoord biedt op heel veel terreinen mogelijkheden voor de nieuwe bewindslieden. Het Leenstelsel wordt vervangen. Als Wopke Hoekstra niet minister wordt van Buitenlandse Zaken maar van minister van Sociale Zaken, kan hij aan de slag met het door hem geroemde rapport van de commissie Borstlap over de arbeidsmarkt. Er komt een D66 minister op Defensie. Zou een Europees leger dan een stapje dichterbij komen? Voor de zorg worden nog twee interessante punten genoemd. In de jeugdzorg wordt de gespecialiseerde zorg centraler ingekocht. Zou dat de voorbode zijn van het overhevelen van ‘behandeling’ in de jeugdzorg van de gemeente naar de Zvw (Zorgverzekeringswet)? Zou niet onlogisch zijn. Voor de zorg blijft de focus op kosten. Een goede verhouding tussen kosten en baten voor de samenleving wordt waarschijnlijk veel beter gerealiseerd met een heel andere focus. Als stok achter de deur om de groei van de kosten van ziekenhuizen te voorkomen wordt de optie van alle medisch specialisten in loondienst genoemd. Zou Ernst Kuipers dat als oud-ziekenhuis directeur aandurven? Voor het migratiebeleid wordt gekeken naar Duitsland en de optie van een beleidsmatig richtgetal van het aantal migranten. Een aantal dat de Nederlandse samenleving aankan om nieuwkomers goed in te burgeren en een nieuw thuis te geven. Voor de krapte op de arbeidsmarkt lijkt een actief migratiebeleid onontkoombaar.
Vertrouwen in de politiek
Het vertrouwen in de politiek is laag en in het nieuwe kabinet ook, blijkt uit peilingen. Er ligt een akkoord met veel mogelijkheden om Nederland beter te maken. De kans van slagen wordt een stuk groter met een ploeg bewindslieden die met vakkennis en gezag leiding gaan geven aan de verschillende departementen en met rationele analyses en gedurfde toekomstgerichte oplossingen komt. En een ploeg die slim weet om te gaan met de hijgende beeldvorming in de media. Misschien dat de Tweede Kamer de nieuwe bestuursstijl dan gaat volgen. Dat zal het vertrouwen in de politiek onherroepelijk doen vergroten.
Michiel Verbeek, 31 december 2021