GERT BIESTA OVER WERELDGEORIËNTEERD ONDERWIJS
Op 29 september 2021 hield pedagoog Gert Biesta bij het Nivoz een zeer inspirerende lezing over wereldgeoriënteerd onderwijs en de drie gaven van onderwijs.
Vanwege corona maatregelen sprak Gert Biesta ons toe via zoom vanuit zijn woonplaats in Schotland. Aanwezig zijn in Driebergen zou voor Biesta een week quarantaine betekenen. Ook via groot scherm hingen de aanwezigen aan zijn lippen. Hij heeft een bijzondere gave van lezingen verzorgen. Zonder opsmuk, het lijkt soms zelfs een beetje saai, maar zijn woorden dringen diep door en geven onmiddellijk relevante betekenis. Voor dat de lezing begon is er ruim aandacht besteed aan het boek ‘Wereldgericht onderwijzen, Biesta in de praktijk’ van Bram Eidhof, Maartje Janssens en Jelle Ris. Het boek in opdracht van het Nivoz gaat over de drieslag van Biesta: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie en een drieslag van de schrijvers bij praktijkvoorbeelden over wereldgericht onderwijzen: onderbreken, vertragen en ondersteunen. Op de website Biesta in de praktijk willen de schrijvers een dialoog op gang brengen over dit gedachtengoed van Gert Biesta.
Koeien melken en lesgeven
Gert Biesta begon zijn lezing met het verhaal van twee boeren en hun melkproductie. Boer A haalt met een bepaald ras een melkproductie van 8000 liter per koe per jaar. Boer B heeft een aantal koeien van hetzelfde ras en een aantal van een ander ras. Gemiddelde melkproductie bij boer B komt op 7500 liter per koe per jaar. Vanuit het optimaliseren van de melkproductie doet boer B het niet slim. Hij gaat bewust anders met z’n koeien om en heeft bewust gekozen voor een ras met andere kwaliteiten dan alleen de melkproductie. In Amerika ligt de gemiddelde melkproductie tussen 10.000 en 11.000 liter per koe per jaar. Op basis van deze gegevens kun je je een zwartboek voorstellen over de prestaties van de Nederlandse koeien. Met als advies: focus op de koe met de meeste melkproductie. Maar wat heeft dit te maken met onderwijs? Biesta ontwikkelde deze gedachte na het lezen van het doel van het project ‘Samen slimmer PO’. De vraag in dit project is: Hoe weet je of je het maximale uit kinderen haalt? Dat lijkt op het maximaliseren van de melkproductie. Dit is geen goede ontwikkeling volgens Biesta. Net zoals de oproep van de minister van Onderwijs van Schotland aan leerlingen om extra hun best te doen voor het Pisa onderzoek. Biesta constateert een verkeerde trend van meten en constateert dat er vaker gevraagd wordt wat leerlingen voor de school kunnen doen in plaats van wat de school voor leerlingen kunnen doen.
Drie gaven
Gaat het in het onderwijs om geven of nemen? We hebben niet voor niets het woord lesgeven. Biesta komt tot drie gaven van onderwijs. Een gave is iets dat gegeven is. De drie zijn: curriculum, didactiek en pedagogiek. Geef leerlingen wat ze nog niet weten. Ze weten immers nog niet wat ze allemaal kunnen vragen. Bij didactiek gaat het om het verschil tussen kennis en inzicht. Biesta spreekt over het onderwijs van de dubbele waarheid. Op school moeten voorwaarden gecreëerd worden waar de waarheid kan worden (h)erkend. Een beleving is meer waard dan een bewering. Een leraar kan iets beweren, maar kan ook een situatie creëren waarin het kwartje valt bij een leerling. Dat kwam ook mooi tot uitdrukking in het verhaal van Howard Lane bij de uitwerking van pedagogiek. Een boze leerling heeft het servies van rector Howard Lane kapotgemaakt. Lane kan de leerling belerend toespreken en kan onmiddellijk straf geven, maar hij deed iets anders. Hij heeft de ‘ik’ van de leerling teruggebracht in het spel door zijn horloge op tafel te leggen. ‘Net als het servies is dit horloge duur en zeer dierbaar voor mij’, legde Lane uit. Vervolgens vraagt Lane aan de leerling: ‘wil je ook mijn horloge kapotmaken?’
De nieuwe drieslag
Gert Biesta vond de drieslag van de schrijvers van het boek over Biesta in de praktijk interessant. Handzaam voor de dagelijkse praktijk. Met vertragen kun je tijd vrijmaken voor even iets heel anders. Met onderbreken kun je als leraar leerlingen wakker maken en ze ruimte geven om de relatie met de wereld te zien. En bij ondersteunen gaat het om steunen waar een vraag is, maar ook het ‘voeden’ van leerlingen om iets nieuws of iets anders te ‘proeven’.
Toerusten
Het gaat in het onderwijs niet om de foie gras methode van het stampen van kennis in de hoofden van leerlingen of dingen door de strot douwen. Het gaat om toerusten van leerlingen om eigen keuzes te maken en eigen gedachten en opvattingen te vormen. Leraren kunnen richting aanwijzen of aandacht van leerlingen herrichten. Leerlingen aansporen om dingen te doen, te bestuderen en te beleven. Wat leerlingen hiermee doen moet niet reactief zijn, maar reflectief. Het is aan hen wat ze met datgene wat binnen hun aandachtsveld verschijnt, gaan doen. Dit biedt mogelijkheden voor subjectificatie. Wereldgericht onderwijs levert subjectiverend onderwijs op. Dus geen focus op controleren en ook niet als hoogste doel hebben het beste uit leerlingen halen. De leraar biedt nieuwe oriëntatie, biedt geschenken. De leraar moet weten wanneer het leren moet stoppen en de realiteit het overneemt.
Michiel Verbeek, 1 oktober 2021