Gert Biesta over lesgeven
Gert Biesta (professor Educatie theorie en Pedagogiek) heeft een interessante bijdrage geleverd aan het boek Theorizing of teaching onder redactie van Anna-Katharina Praetorius. Het is redelijk taaie kost, maar ik heb er weer een paar interessante dingen van geleerd.
Lesgeven is het (om)leiden van aandacht
Lesgeven is de kunst van het (om)leiden van de aandacht. (Re)directing the attention. Lesgeven is geen vorm van controle. Biesta zet zich af tegen de gedachte dat er een oorzakelijk verband zit tussen lesgeven en leren. De leraar is geen actor in een productieproces tot meetbare 'leeruitkomsten’. Leraren proberen met hun lesgeven een reactie op te roepen bij leerlingen. Bij lesgeven wordt iets gevraagd aan leerlingen en er wordt niet iets gegeven. Niet het transporteren van kennis, maar het oproepen van een respons bij leerlingen. Er zit dus een gat tussen het werk van de leraar en het werk van de leerling. Leraren houden zich bezig met de aandacht van leerlingen te richten op iets dat de moeite waard is, in de hoop en verwachting dat dit zal bijdragen aan de manier waarop leerlingen hun eigen aandacht zullen richten in de toekomst. Lesgeven impliceert een relatie tussen leraar en leerling. Leraren doen dat met een bepaalde intentie en hebben een doel. Interessant van leren is dat we nooit kunnen zeggen dat we momenteel aan het leren zijn; we kunnen, terugkijkend, alleen maar zeggen dat er geleerd is of dat we iets geleerd hebben (of niet natuurlijk).
Kwalificatie, socialisatie en subjectificatie moeten met elkaar in harmonie worden gebracht
De drie doeldomeinen van Gert Biesta worden breed onderschreven in onderwijsland. Ze zijn vaak te lezen in missies en visies van scholen. Het eerste doeldomein is: kwalificatie. Hierbij gaat het om leerlingen toe te rusten met kennis en vaardigheden. Het tweede doeldomein is: socialisatie. Hierbij gaat het om oriëntatie bieden in culturen en praktijken en de waarden en normen die daar een rol in spelen. Ik voeg daar graag zelf aan toe: een positieve relatie opbouwen met de samenleving. In recente rapporten van Unesco wordt dat geconcretiseerd in: bijdragen aan een duurzame wereld. Het derde doeldomein is: subjectificatie. Het aanmoedigen tot volwassen in de wereld willen zijn. Waar kwalificatie en socialisatie in hoge mate uitgaan van bepaalde ideeën over wat onderwijs zou moeten bereiken en waar kinderen en jongeren terecht zouden moeten komen, is het domein van de subjectificatie precies het tegenovergestelde. Hierbij is het niet aan opvoeders om kinderen en jongeren te vertellen hoe ze zouden moeten zijn en worden, maar om hen kansen te bieden om zelf uit te zoeken hoe ze hun eigen leven op de best mogelijke manier kunnen leiden. Daarom moet het educatieve werk ten aanzien van dit domein niet-bevestigend zijn en voorzichtig verlopen. Voor Biesta zijn de drie doeldomeinen niet alleen drie legitieme doelen van onderwijs, maar ook drie onvermijdelijke doelen van alle opvoeding. De drie domeinen zijn altijd met elkaar verweven. Ze kunnen volgens Biesta niet afzonderlijk bestaan, omdat elke kwalificatiedaad ook een daad van socialisatie is en ook invloed heeft op de subjectificatie van de leerling, positief of negatief. Bij het ontwerp en de uitvoering van onderwijs moet altijd worden overwogen wat we willen bereiken – of wat we de leerlingen willen laten bereiken – in relatie tot elk van deze domeinen. De drie domeinen zijn altijd ‘in het spel’ in het onderwijs, maar dit betekent nog niet dat ze altijd in perfecte harmonie bestaan.
Lesgeven vergt kunstenaarsschap
Het (om)leiden van de aandacht van de leerlingen is complex. Het vergt kunstenaarsschap om respons uit te lokken bij leerlingen en samenhang aan te brengen in de drie doeldomeinen. Onderwijs is geen machine, maar een sociaal systeem. Biesta schrijft over een open, semiotisch en recursief systeem. Het systeem is niet afgesloten van de buitenwereld (open), het werkt via betekenisgeving (semiotisch) en de elementen als leraren en leerlingen denken na en geven richting (recursief). Zo’n systeem kan meer voorspelbaar en minder complex worden als de invloeden van buitenaf gereduceerd worden en de mogelijkheden tot interpretatie en het denken van leraren en leerlingen ingeperkt worden. Dit is de reden waarom we scholen, schoolgebouwen, klaslokalen, roosters enzovoort hebben. Hierdoor verminderen we het aantal mogelijke invloeden op leerlingen, wat niet alleen een kwestie is van beperken waaraan leerlingen worden blootgesteld, maar tegelijkertijd kan helpen bij hun aandacht te richten en focussen. Dit vond ik een onbevredigende passage in de bijdrage van Gert Biesta. Dit raakt de vraag of de strakke organisatie van urentabellen, roosters, van uur tot uur een ander vak, schoolgebouwen met identieke klaslokalen en klaslokalen met 30 leerlingen en 1 docent er voor, een belemmering vormt voor de kern van lesgeven: respons uitlokken bij leerlingen? En voor onderwijs dat de drie doeldomeinen beter in balans probeert te brengen?
De kunst van de kunstenaar verbeteren
Lesgeven is een dubbele kunst. Het vereist pedagogisch vakmanschap en pedagogische wijsheid. Leraren zullen moeten blijven werken aan hun eigen educatieve kunstenaarschap, hun vermogen om gesitueerde oordelen te vellen over opvoedkundig wenselijke manieren van handelen in de altijd nieuwe situaties die ze tegenkomen. Het verbeteren van het onderwijs gaat niet over het verbeteren van het onderwijs als een leveringssysteem, maar om het verbeteren van de kunst van de kunstenaar (leraar).
Conclusie
- Lesgeven is het (om)leiden van aandacht en is geen onderdeel van een productieproces met meetbare leeruitkomsten.
- De drie doeldomeinen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden en moeten in harmonie met elkaar gebracht worden.
- Lesgeven is niet het vullen van hoofden met kennis, maar vergt kunstenaarsschap om de respons van leerlingen uit te lokken.
Tot slot een vraag: wordt het huidige traditionele onderwijs (met name het voortgezet onderwijs) teveel in de openheid beperkt om voldoende ruimte en tijd te creëren om het gat te vullen tussen het lesgeven en de respons van de leerlingen en om de drie doeldomeinen in harmonie te krijgen?
Michiel Verbeek