De toekomst van ons onderwijsstelsel is OIO
De toekomst van ons onderwijsstelsel is de titel van het boek van Dolf van den Berg over ontwikkelingsgericht en inclusief onderwijs. Het is het fundament voor het inrichten van een inclusief onderwijsstelsel op basis van de ontwikkeling van iedere individuele leerling.
Mismatch tussen onderwijs en maatschappij
Er is een mismatch tussen onderwijs en de maatschappij. Een groeiend aantal leerlingen valt uit het reguliere onderwijs. Het passend onderwijs heeft niet gebracht wat ervan verwacht werd en de overheid zoekt een route naar inclusief onderwijs. Veel kinderen en jongeren houden zich staande in het traditionele onderwijs, maar ontwikkelen onvoldoende hun talenten, zijn ongemotiveerd voor lessen en missen competenties als ze er alleen voor staan in het leven. Het welbevinden van kinderen en jongeren, maar ook van studenten is zorgelijk volgens een reeks van onderzoeken. Het onderwijsstelsel wordt door jong professionals niet als uitdagend genoeg ervaren gezien het lerarentekort en de uitval binnen 5 jaar van 28% van de beginnende leraren. Jongeren ervaren veel prestatiedruk van de grote hoeveelheid toetsen op school en van ouders, die alles op alles zetten om hun kinderen een zo hoog mogelijk diploma te laten halen. Het diploma zegt niet meer iets over wat je geleerd hebt of wat voor competenties je hebt. Het is verworden tot een concurrentiemiddel op de arbeidsmarkt. De tijdsbesteding van jongeren aan gamen en andere sociale media, gecombineerd met schooltijd en noodzakelijkheden als eten, slapen en vervoer laat nauwelijks meer tijd over voor een baantje, sporten of andere hobby’s. Laat staan dat er tijd is voor het overgeven aan een ander leven in een boek. Het leven van een middelbare scholier is een stressvolle fulltime baan. Een gevaarlijke cocktail die onvoldoende jongeren in de wereld brengt met een positieve houding tot de samenleving en die zich daar voor willen inzetten. Terwijl onderwijs de sleutel kan zijn tot een betere wereld. Als samenleving dragen we de verantwoordelijkheid om kinderen en jongeren in de vormende jaren bagage mee te geven, dat ze zich staande kunnen houden als ze er alleen voor staan. Doen we dat goed dan zullen jongeren met zelfvertrouwen en een positieve houding de wereld in komen. Daarvoor is iets anders nodig dan kinderen en jongeren alleen in een klassikaal systeem door de hoepel van een ooit bedacht curriculum te jagen.
Onderwijsproces anders organiseren
Hoe kun je het onderwijsproces organiseren zodanig dat iedere leerling gezien en gehoord wordt en dat aangedragen lesstof en eigen gekozen lesstof aansluit bij de competities van de individuele leerling? Een van de drie basisbehoeftes volgens de Zelfdeterminatietheorie van Edward Deci en Richard Ryan. Als je daar de andere twee basisbehoeftes aan toevoegt, heb je een belangrijke context voor het ontwerpen van een een goed leerproces. De andere twee zijn autonomie bij de individuele leerling en onderwijs en leren beleven in relatie met andere leerlingen. Of te wel leren in verbondenheid.
Dolf van den Berg
Dolf van den Berg (1940-2020) was op het laatst van zijn leven emeritus hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Centraal in zijn wetenschappelijk werk staat de zoektocht naar opvoeding en onderwijs dat meer in overeenstemming is met de kenmerken van menselijke en professionele ontwikkeling. Dolf van den Berg heeft meerdere boeken geschreven over onderwijs en opvoeding. Zijn pamflet De toekomst van ons onderwijsstelsel vormt het fundament voor ontwikkelingsgericht en inclusief onderwijs in Nederland. Voor sommigen zo’n beetje het heilige schrift van ontwikkelingsgericht onderwijs. In het vervolg van dit artikel sta ik uitgebreid stil bij de inhoud van dit pamflet.
Passend onderwijs, inclusief onderwijs en ontwikkelingsgericht onderwijs
Elk kind heeft unieke kwaliteiten waaraan de inclusieve school zich aanpast. Dit in tegenstelling tot passend onderwijs, waar de leerling zich vooral aan de school moet aanpassen. Inclusief onderwijs is een kinderrecht. Passend onderwijs is geslaagd wanneer elke leerling met een specifieke, niet te complexe ondersteuningsbehoefte zich kan ontwikkelen vanuit zijn behoeften, kennis, motivatie, niveau en tempo. Anders gezegd: vanuit zijn eigen ontwikkelingspatronen en leerlijnen/leerdoelen met bij elke ontwikkelingsstap de zone van de naaste ontwikkeling in perspectief. Passend onderwijs is bij van den Berg het voorportaal van inclusief onderwijs. Inclusief onderwijs is onderwijs dat past bij de talenten, interesses, waarden en ervaringen van leerlingen en hun behoefte om om te gaan met hun leeftijdsgenoten in al hun diversiteit. Bij ontwikkelingsgericht onderwijs is de basisvraag: Wat heeft deze leerling, in deze situatie, op dit moment, in deze fase van zijn ontwikkeling nodig? En hoe helpen wij deze ontwikkeling door ontwikkelingsgericht passend onderwijs mogelijk te maken?
Het Leerstofjaarklassensysteem moet worden afgeschaft
De huidige kaders van lokalen, roosters, jaarklassen, 1 leraar-1 klas en het gebruik van strikte methoden werken belemmerend voor het realiseren van ontwikkelingsgericht onderwijs. Extra begeleiding en ondersteuning vindt daardoor buiten de klas plaats in de vorm van bijlesscholen, separate klasjes voor zorgleerlingen, impulsklassen, plusklassen, klusklassen, tienerscholen, lentescholen. Van den Berg vindt dit gekunstelde constructies. In het traditionele onderwijs verdelen we leerlingen over klassen op basis van het gelijkheids- en gelijktijdigheidsbeginsel, de verdeling van kennis over verschillende schoolvakken die los van elkaar staan, allerlei formele regelingen om van het ene naar het andere schooltype over te stappen, de strakke tijdsnormeringen en de nadruk op toetsing met de daaraan gekoppelde diploma’s of getuigschriften. Dat kan niet samengaan met voor iedere leerling eigen ontwikkelingspatronen en leerlijnen/leerdoelen met bij elke ontwikkelingsstap de zone van de naaste ontwikkeling in perspectief. Het klassikale systeem uit de 19de eeuw kent de centrale rol van de leraar en de leerling als gans. De leraar laat kennis (middels een methode) leeglopen in de leerling. Het is moordend voor motivatie. In een ontwikkelingsgericht systeem krijgen leerlingen gelijke kansen door een ongelijk onderwijsaanbod. Leerlingen zijn niet gelijk, leven niet gelijk en leren niet gelijk. Ingaan op die verscheidenheid is een voorwaarde om elke leerling kansrijk en eerlijk onderwijs te bieden. Bij ontwikkelingsgericht onderwijs wordt dus niet meer gestandaardiseerd op tijd, ruimte, inhoud, doel, middelen en normering. Leerlingen worden niet meer buitengesloten in buitenschoolse verbanden of andere externe constructies. In het ontwikkelingsgericht onderwijs:
- Krijgen leerlingen autonomie
- Ontwikkelen ze een persoonlijke strategie, samen met hun coach
- De ontwikkeling van leerlingen wordt bijgehouden aan de hand van leerlijnen
- De leerstof wordt ingedeeld op basis van treden
- Er zijn flexibele werkplekken, instructielokalen en concentratieplekken
- Indelen van leerlingen niet meer alleen op basis van leeftijd
- Leraar is kennisdrager, maar ook coach
- Er wordt direct veel positieve feedback gegeven
- Voor leerlingen geen zelfde urennorm meer
- Leerdoelen en de zone van de naaste ontwikkeling zijn leidend
Voor leergebieden mens en maatschappij, mens en natuur, mens en techniek en mens en cultuur zijn themagroepen en ateliers geschikte vormen. Binnen het atelieronderwijs leren de kinderen een aantal weken achter elkaar een aantal uur per week op een thematische manier. De thema’s zijn vaak vakoverstijgend en de groepen zijn heterogeen samengesteld. Bij leergebieden als talen, wiskunde en science vindt van den Berg modulair onderwijs meer voor de hand liggend. De leerstof wordt op basis van leerlijnen en leerdoelen geformuleerd. Door elke leerling een persoonlijke route te laten volgen vanuit autonomie en zelfsturing scoren leerlingen beter. Hierin volgt Dolf van den Berg een van de oprichters van Agora, Sjef Drummen. Van den Berg noemt Agora de uiterste vorm van ontwikkelingsgericht onderwijs. In het Agoraconcept speelt autonomie een belangrijke rol. Het bevordert lef, creativiteit, volharding, samenwerking en zelfdiscipline.
De leraar
Dolf van den Berg staat uitgebreid stil bij de positie van de leraar in het ontwikkelingsgericht onderwijs. De leraar is beschikbaar, de leraar geeft zichzelf als persoon. De leraar erkent, begrijpt en waardeert de leerling. Geen waardering door vergelijken met anderen, maar op intrinsieke waarde. De leraar hecht veel waarde aan directe feedback en reflectie. Samen met de leerling worden kerndoelen omgezet in leerlijnen. De leraar werkt met flexibele groepen, maar ook met individuele leerroutes. In het ontwikkelingsgericht onderwijs wordt andere taal gewisseld met gerichtheid op de toekomst. Het gaat om verlangen en hoop, leidend tot het stellen van hoge verwachtingen, het uitnodigen van leerlingen en het geven van feedback. Feedback is gericht op prestaties van leerlingen en de vorderingen daarin van individuele leerlingen. Dat is iets heel anders dan feedback op basis van vergelijken met andere leerlingen. Het zal motivatie bij leerlingen bevorderen. In het boek staat daarvan een mooie illustratie van de presentatie van een leerling. De leraar geeft niet direct een reactie, omdat die eerst alle presentaties wil zien. De feedback wordt afhankelijk gesteld van de onderlinge vergelijking. Voor de leerling is het veel leerzamer om feedback te krijgen op inzet en vooruitgang ten opzichte van eerdere eigen prestaties.
Het is goed om te benadrukken dat ontwikkelingsgericht onderwijs iets anders is dan gepersonaliseerd onderwijs. Daarin dreigt snel dat een leerling opgesloten wordt in zijn eigen leerroute. Bij ontwikkelingsgericht onderwijs is de onderlinge afhankelijkheid van de leerling en de ander van groot belang. Naast persoonlijke verantwoordelijkheid mag het belang van de gemeenschap niet uit het oog worden verloren.
Maatwerkdiploma’s
Kinderen en jongeren zijn niet gelijk, leven niet gelijk en leren niet gelijk. Daarom kan de normleerling niet meer bepalend zijn voor ons onderwijsstelsel. Dolf van den Berg pleit ervoor om centrale examens te vervangen door maatwerkdiploma’s. De certificaten zouden gebaseerd moeten worden op algemeen aanvaardbare eindtermen volgens het Europese Referentie Kader (ERK). De maatwerkdiploma’s passen bij tempo- en niveauverschillen van leerlingen in verschillende leerroutes.
Schema Ontwikkelingsgericht inclusief onderwijs
Dit is de schematische weergave van Ontwikkelingsgericht Inclusief Onderwijs (OIO). In het OIO is ook ruimte voor buitenschools leerwerken. Het schoolse onderwijs wordt gecombineerd met maatschappelijke participatie. Als het OIO nog in het bestaande systeem met examens moet functioneren zal het examen niet langer z’n schaduw vooruitwerpen naar veel meer dan 1 of 2 jaar voor het examen. Een korte gerichte voorbereiding moet voor gemotiveerde leerlingen voldoende zijn. Alle activiteiten en leeropbrengsten van leerlingen worden vastgelegd in een portfolio. In het OIO is geen plaats meer voor een centrale eindtoets of doorstroomtoets rond 12 jaar. De overgang van het kindcentrum naar het junior college gaat volledig soepel. Iedereen is welkom in het OIO. Een krimp van het speciaal onderwijs is derhalve voor de hand liggend.
Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs
In 2019 is Dolf van den Berg de motor geweest van de Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs. De Taskforce heeft inmiddels een manifest en een projectplan voor Ontwikkelingsgericht Inclusief Onderwijs (OIO) opgesteld en gedeeld met het ministerie van OCW. In het kader van de zoektocht van het ministerie in de route naar inclusief onderwijs is het projectplan als zeer welkom ontvangen. Op de website staat uitgebreide informatie over de Taskforce: www.taskforceoo.nl
Michiel Verbeek