Skip to main content Skip to footer

Boeiende lezingen over straatcultuur, de gedreven schoolleider en de overgang van een topfunctie in het bedrijfsleven naar het onderwijs

Boeiende lezingen over straatcultuur, de gedreven schoolleider en de overgang van een topfunctie in het bedrijfsleven naar het onderwijs

In november van 2022 heb ik in drie boeiende lezingen inspiratie en bevestiging gevonden voor mijn pleidooi voor ander voortgezet onderwijs. De lezingen waren van Jeroen van den Broek, Eric van ’t Zelfde en Merel van Vroonhoven.

Jeroen van den Broek, criminoloog en onderzoeker aan Erasmus School of Law en Eric van ’t Zelfde, schooleider en bekend van het televisieprogramma Dreamschool gaven lezingen tijdens het kennisfestival Let’s Gro in het Groininger Forum in Groningen. Merel van Vroonhoven vertelde haar persoonlijke verhaal over de overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs in coöperatieve boekwinkel Boomker in Haren (Groningen).

 

Jeroen van den Broek

Jeroen van den Broek leidde het aandachtige publiek naar een andere voor de meesten  onbekende wereld: de straatcultuur. Het beeld van de straatcultuur bestaat uit: geweld (met mij valt niet te sollen); illegale economie (een arrestatieteam werkt statusverhogend); seksuele masculiniteit (voor andere geaardheid lijkt geen plaats); opzichtige consumptie (bijvoorbeeld Leboutin schoenen van €700 of meer); afzetten tegen de samenleving, waarvan ze het gevoel hebben niet bij te horen. Hun wereld speelt voor een groot deel af op social media. Ouderen gaan online, deze jongeren zijn online. Van den Broek testte het publiek graag op de bekendheid met straattaal. Een aantal bezoekers waren redelijk bekend met de straattaal, anderen gokten vaak en vaak mis en de meesten hadden geen idee. Liter lei is een kilo cocaïne. Welloe floes is geen geld. Of de teksten uit deze twee Instagram berichten: 

 

In de straatcultuur is sprake van een apenrots: jezelf omhoog brengen of anderen een treetje lager zien te krijgen. Identiteit is belangrijk. Die wordt bepaald door de rol die anderen je geven. Naar aanleiding van mijn vraag over de rol van onderwijs, belde Jeroen van den Broek mij enkele dagen na de lezing om daarover door te praten. Hij was onderweg en kon zo de tijd nuttig besteden. Een heleboel jongeren willen best wel anders, maar groeien langzaam in de straatcultuur en komen daar niet makkelijk meer uit. Als jongeren het gevoel hebben niet bij de ‘normale’ samenleving te horen, dan is de verleiding van de straatcultuur groot. Opeens kun je iemand zijn. Opeens hoor je er wel helemaal bij. Jongens van 13/14 jaar kunnen op social media in betrekkelijke anonimiteit een veel grotere ego en identiteit opbouwen dan in de gewone wereld. In de straatcultuur bevinden zich een bovenmatig aantal jongeren met lage intelligentie. Die groep is zeer beïnvloedbaar. De aantrekkingskracht van drugsgeld is dan heel groot. In ruil voor een te overziene, niet al te risicovolle eerste klus. Eenmaal in de greep van het slechte pad is het lastig om je er zelfstandig uit te ontworstelen. Er is nog te weinig langjarig onderzoek gedaan naar hoe jongeren zich ontwikkelen na de puberteits- en adolescentiejaren in de geweldadige straatcultuur. Redden ze zich op latere leeftijd in de gewone wereld? Er verandert veel, volgens van den Broek, als de 3 W’s in beeld komen: woning, werk en wederhelft. Veel jongeren krijgen in hun vormende jaren te maken met drie culturen: de thuiscultuur, de straatcultuur en de school. Zou het helpen als de school veel meer te bieden zou hebben in de strijd om aantrekkingskracht met de straatcultuur? Jeroen vond dit een interessant punt. Zijn eerste  reactie was: ‘dan moet het niet een beetje extra zijn van de school van nu’. Als het onderwijs de trek van de straat wil laten overnemen door school, dan moet er wel iets stoers te vinden zijn. Over de thuiscultuur wist Jeroen van den Broek te vertellen dat jongeren die in de drillrapscene en op school een hele stoere bink zijn met een grote schare aan volgers op de socials, het thuis vaak heel moeilijk hebben. Wonen in slechte omstandigheden en vaak het gemis van een voorbeeldige vaderfiguur.

 

 

Eric van ’t Zelfde

Ik heb het boek Superschool van Eric van ’t Zelfde gelezen en kende dus de grote lijn van het verhaal van de Rotterdamse Hugo de Vries school die hij wist te transformeren van de slechtste vmbo van Roterdam naar de beste. Maar als hij het verhaal verteld levert dat een extra dimensie op. Hij is een rasverteller met vaak heel eigen prikkelende taal. Hij liet zien hoe hij de docenten in de goede richting kreeg en wat zijn drijfveren zijn. Zoals gelijke kansen voor kinderen. Veel te veel kinderen gaan ondervoed en onderliefd naar school. Het probleem van armoede komt zo de klas binnen. Veel van de problemen van te weinig geld, slechte huisvesting, geen werk, onvoldoende stimulerende netwerken, geen ondersteuning thuis voor schoolwerk, kan de school niet verhelpen. Maar heel veel toegang tot school kan kinderen in armoede wel helpen. Zijn team van docenten mogen geen ruzie maken, dat zien de leerlingen thuis al genoeg. Andere kenmerken van zijn aanpak zijn: bevorderen teamwork, elkaar waarderen, het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal, respect tonen, band aangaan met de leerling, zorgen voor hoogwaardige en aantrekkelijke lessen, ook buiten het schoolgebouw en heb fun en doe je werk met een glimlach. Na Hugo de Vries is Eric van ’t Zelfde een tijd uit het onderwijs geweest, maar is weer een nieuw avontuur begonnen bij het College de Brink. Hij heeft daar van de mavo en vmbo een toekomstgerichte vakschool gemaakt. Met een interessant nieuw vak: Funtology. Het wordt gegeven in leerjaar 1 en leerjaar 2 door een speciaal team van docenten. Je leert er zelf een vliegtuig bouwen dat blijft vliegen; je bakt blauw brood; je maakt van een toiletborstel een bewegende robot; je vliegt met drones; je maakt een 3D ontwerp; je bouwt een brug met houten koffie roerstokjes, alles kan, alles mag en niets is te gek bij Funtology! De interimklus is na 3,5 jaar uitgevoerd en van ’t Zelfde gaat naar een school in Friesland. Over het aannemen van personeel had hij nog een goede tip: neem alleen mensen aan met Oemphff. Een verbastering van het Engelse woord ‘oomph’, wat mensen typeert met karakter, charme en geestdrift. The quality of being exciting, energetic or sexually attractive is de beschrijving van de Engelse variant. Met mensen met oemphff lukt alles! 

 

 

Merel van Vroonhoven

Merel van Vroonhoven heeft gedurende twintig jaar verschillende bestuursfuncties bekleed bij Nationale-Nederlanden, ING en Nederlandse Spoorwegen. Haar laatste baan voor de overstap naar het onderwijs was voorzitter van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Een overgang van een hoge topfunctie in het bedrijfsleven naar het basisonderwijs is opmerkelijk. Zeker als je al in de 50 bent. Ze heeft geen moment spijt gehad van de overgang. Ze vertelde een mooi persoonlijk verhaal. In haar overstap heeft ze ook ervaren dat regels in Nederland behoorlijk heilig zijn. Voor een groot aantal onderdelen in de opleiding zou je denken dat iemand met de achtergrond van Merel geen proeve van bekwaamheid meer hoeft af te leggen. Maar, nee hoor, ook zij moest door de hoepel waar jonge studenten ook door heen moeten. Ze heeft dat met een kranige gelatenheid ondergaan. Ze heeft gemerkt dat het fijn is om met een behoorlijke hoeveelheid levenservaring te beginnen als docent. Wat dat betreft hebben docenten die zo uit de studiebanken komen het lastiger. Voor Merel van Vroonhoven is een goede leraar iemand die elk kind het gevoel geeft er toe te doen. En daarbij moet de leraar hoge verwachtingen hebben. Hoge verwachtingen leveren hoge individuele prestaties op, is de ervaring van van Vroonhoven. Het mooie aan het leraarschap is individueel van betekenis zijn en de directe feedback van kinderen. ‘De kinderen beoordelen wat ik doe en reageren daarop. Wat ik allemaal gedaan heb maakt ze niks uit’. Mijn ervaring in het bedrijfsleven zegt die kinderen niks. Het onderwijs is prachtig werk, maar over de omstandigheden waaronder het onderwijs plaatsvindt was ze kritisch. Het systeem is teveel gericht op concurreentie. Er zouden andere prikkels ingebracht moeten worden om dat om te buigen naar samenwerking. Als je voor elk kind betekenisvol wilt zijn, moeten de klassen acuut kleiner worden. 

 

 

Wat heb ik van ze geleerd voor mijn pleidooi voor ander voortgezet onderwijs?

Het kijkje in de keuken van jongeren in de straatcultuur van Jeroen van den Broek laat zien hoe makkelijk het is om los te raken van de ‘normale’ samenleving. In Buitenhof van 8 januari 2023 sprak burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, over hoe gevaarlijk het is dat steeds jongere meisjes, maar vooral jongens, opgenomen worden in het criminele circuit via de straatcultuur. Net als Jeroen van den Brink sprak de burgemeester over kwetsbare jongeren die thuis te maken hebben met armoedde, energiecrisis, schulden, slechte huisvesting en geen geld voor extra buitenschools onderwijs als het op school even minder gaat. Halsema riep de Rijksoverheid op om meer te investeren in jongeren, voordat ze in de greep raken van de straatcultuur en een stap verder het criminele circuit. Niet wachten tot het mis gaat en dan repareren. Moet het onderwijs daar niet een rol in spelen legde ik voor aan Jeroen van den Broek. Hij had het gevoel dat scholen al veel werkdruk ervaren. Daar kan niet veel bij, was zijn indruk. De school kan alleen iets bijdragen als de school buiten de reguliere lesuren iets ‘stoers’ te bieden heeft. Zou een ander leerprogramma in combinatie met veel meer uren op school geen soelaas kunnen bieden? Een programma waar leerlingen niet in een keurslijf van ‘moeten’ komen, maar waar ze keuzemogelijkheden hebben en echte autonomie. Waar cognitieve onderdelen afgewisseld worden met mooie dingen maken, muziek en sport. Waar jongeren niet naar toe gaan, omdat ze door een leraar verwacht worden op een bepaald uur voor een bepaald vak. Op de school die ik voor ogen heb gaan jongeren met plezier naar toe, omdat ze daar leuke, interessante en leerzame dingen kunnen doen. Waar ze omringd worden met positiviteit en begeleid worden door toegewijde vakexperts, coaches en mentoren. Op school waar alle leerlingen gezien worden en waar hun individuele prestaties gevolgd en bevorderd worden. Waar grote maatschappelijke thema’s in samenhang behandeld worden. Leerlingen weten waarom ze met onderwerpen bezig zijn en ze kunnen veel leerervaringen direct in hun eigen leven toepassen. Dat betekent ook concrete levenslessen en aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Ik koester de illusie dat ook de jongeren die de neiging hebben opgeslokt te worden door de uitdagingen en verleidingen van de straatcultuur bescherming vinden in zo’n nieuwe school. Zware omstandigheden thuis worden gecompenseerd en de aangeleerde veerkracht is sterk genoeg om de uitwassen van de straatcultuur te weerstaan. Eric van ’t Zelfde geeft op een hele inspirerende manier het voorbeeld van de schoolleider waarbij de leerling echt centraal staat en geinvesteerd wordt in het gezamenlijke docententeam. Wanneer het docententeam geïspireerd en gefaciliteerd wordt door de schoolleider bloeit de betekenisvolle waarde van de leraar voor een individuele leerling op. Zoals zo mooi verteld werd door Merel van Vroonhoven.

Michiel Verbeek, 10 januari 2023 

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.